Deze vertaling bevat nog niet de wijzigingen die zijn gemaakt sinds 2021-11-02 in het originele Engelstalige artikel.
Je zou kunnen kijken naar deze wijzigingen. Lees ook de handleiding voor vertalingen voor informatie over het onderhouden van vertalingen van dit artikel.
Overzicht van het GNU-systeem
Het GNU-besturingssysteem bestaat volledig uit vrije software en is uitwisselbaar met het Unix-besturingssysteem. GNU is een afkorting van “GNU's Not Unix” (GNU is geen Unix). Het wordt uitgesproken als knoe, als één lettergreep met een zachte k. Richard Stallman deed de eerste aankondiging van het GNU-project in september 1983. Een langere versie daarvan is het GNU-manifest en kwam uit in september 1985. Het is sindsdien vertaald in diverse andere talen.
De keuze viel op de naam “GNU” omdat het voldeed aan een aantal criteria; allereerst was het een recursief acroniem voor “GNU's Not Unix”, ten tweede is het een bestaand woord (gnu is het Engelse woord voor gnoe) en ten derde is het een leuk woord om uit te spreken (of te zingen).
Het woord “vrij” in “vrije software” staat voor vrijheid, niet voor de prijs (het Engelse woord “free” kan zowel gratis als vrij betekenen, vandaar de nadruk hierop). Je zou voor GNU-software kunnen betalen maar dat hoeft niet. Hoe dan ook, wanneer je de software hebt heb je vier specifieke vrijheden in het gebruik ervan. Allereerst mag je het programma gebruiken zoals jij wil; ten tweede mag je het programma kopiëren en weggeven aan vrienden en collega's; ten derde mag je het programma veranderen, hoe en wanneer je dat wilt omdat je volledige toegang hebt tot de broncode van het programma; en ten vierde mag je deze wijzigingen en verbeteringen op hun beurt weer verspreiden, waarmee je de gemeenschap steunt. (Wanneer je GNU-software opnieuw verspreidt mag je daarvoor kosten in rekening brengen maar je mag het ook gratis weggeven.)
Het project om het GNU-systeem te ontwikkelen noemen we het “GNU-project”. Het GNU-project werd bedacht in 1983 met als doel de mentaliteit van samenwerking terug te brengen in het wereldje van de automatisering—een samenwerking die weer mogelijk wordt gemaakt door het verwijderen van de obstakels, opgeworpen door eigenaren van private software.
In 1971 startte Richard Stallman zijn loopbaan bij het MIT en werkte daar in een groep die uitsluitend vrije software gebruikte. Zelfs computerbedrijven distribueerden in die dagen vrije software. Programmeurs hadden de vrijheid om met elkaar samen te werken en deden dat dan ook.
Tegen 1980 was bijna alle software privaat, wat betekent dat de software een eigenaar had die samenwerking tussen gebruikers verbood. Dit maakte het GNU-project noodzakelijk.
Iedere computergebruiker heeft een besturingssysteem nodig; wanneer je geen vrij besturingssysteem hebt kun je niet eens beginnen met het gebruiken van een computer zonder private software aan te schaffen. Dus het eerste punt op de agenda van vrije software werd natuurlijk het realiseren van een vrij besturingssysteem.
We besloten het systeem op Unix te baseren omdat het ontwerp hiervan bekend was, het systeem zichzelf al had bewezen, omdat het makkelijk naar andere computers was over te zetten en de uitwisselbaarheid het gebruikers van Unix vergemakkelijkte om over te stappen van Unix naar GNU.
Een Unix-achtig besturingssysteem bestaat uit meer dan een kernel; het heeft ook compilers nodig, editors, tekstzetter-software, e-mailprogramma's en vele andere hulpprogramma's. Het schrijven van een besturingssysteem is dus een gigantische klus. Daar startte we mee in januari 1984. De Free Software Foundation werd gesticht in oktober 1985, oorspronkelijk met als doel om fondsen te werven voor de ontwikkeling van GNU.
Tegen 1990 hadden we de belangrijkste onderdelen gevonden of zelf geschreven, op één na—de kernel. Toen kwam Linux, een Unix-achtige kernel, ontwikkeld door Linus Torvalds in 1991, die werd omgezet naar vrije software in 1992. De combinatie van Linux met het bijna complete GNU-systeem resulteerde in een volledig besturingssysteem: het GNU/Linux-systeem. Huidige schattingen zijn dat tientallen miljoenen mensen nu GNU/Linux systemen gebruiken, meestal via GNU/Linux-distributies. De normale versie van Linux bevat tegenwoordig niet-vrije firmware “blobs”; voorstanders van vrije software onderhouden tegenwoordig een gewijzigde, vrije versie van Linux, genaamd Linux-libre.
Het GNU-project is echter niet beperkt tot het besturingssysteem. Ons doel is om een heel scala aan software aan te bieden, alles wat grote groepen gebruikers maar zouden willen hebben. Daaronder vallen ook toepassingen. Zie het Overzicht Vrije Software voor een overzicht van vrije toepassingen.
We willen ook software aanbieden aan gebruikers die geen computerexperts zijn. Daarvoor hebben we een grafisch bureaublad (GNOME genaamd) ontwikkeld om beginnende gebruikers te helpen bij het gebruik van het GNU-systeem.
We willen ook computerspellen en andere ontspanningssoftware aanbieden. Er zijn al veel vrije spellen verkrijgbaar.
Hoe ver kan vrije software gaan? Er is geen beperking, behalve wanneer wetten zoals het patentsysteem vrije software volledig gaan verbieden. Het uiteindelijke doel is om vrije software aan te bieden die alle dingen kunnen doen die computergebruikers maar willen—en daarmee private software overbodig zal maken.